4 tips om straks onbezorgd van je pensioen te genieten

Het Nederlandse pensioenstelsel gaat op de schop. Alles wordt persoonlijker. En je pensioen gaat meebewegen met de economische ontwikkelingen. Hoe kun je nu zelf een beetje meesturen zodat je straks een goed pensioen hebt? Speciaal voor jou een aantal praktische tips, de beste vind je aan het eind…

TIP 1: breng in kaart wat je netto wilt besteden en ga niet zomaar uit van zoiets als 70% van je gemiddelde inkomenpensioen

Alles valt of staat met je bestedingswensen. Dat is de basis voor iedere persoonlijke financiële planning. Wat wil je besteden en waaraan? Met je huidige uitgaven zoals je vaste lasten weet je dit vast wel. Maar hoe zal  dit zijn in de toekomst. Weet jij al wat je over tien, twintig of zelfs dertig jaar netto per maand wilt uitgeven? Dat is ineens een stuk lastiger. Misschien wil je dan wel veel gaan reizen, of wellicht heb je veel medische kosten. Veel mensen denken dat ze minder gaan besteden als ze gepensioneerd zijn. Maar is dat ook zo? Wil je voor jezelf een streefbedrag hebben om naar toe te werken, neem dan je huidige bestedingsniveau en tel daar de inflatie bij op. Tien jaar 3% inflatie betekent dat je het maandbedrag met grofweg 35% moet verhogen om goed uit te komen. Is dat twintig jaar, reken dan met 80% meer. Nu is 3% inflatie geen ijzeren wet of verwachting, het is de gemiddelde inflatie van de afgelopen vijftig jaar. Dat geeft enige houvast.

TIP 2: Kijk goed naar het verschil tussen bruto en netto bedragen

Als je in Nederland woont, bouw je hoogstwaarschijnlijk AOW op. Daarbovenop komt mogelijk pensioen van je werkgever. Dat is bij het nieuwe pensioenstelsel geen vast bedrag per jaar meer, maar een waarschijnlijk bedrag op basis van onder andere beleggingsresultaten van je pensioenfonds. Neem de twee bedragen, van AOW en werknemerspensioen bij elkaar, en je hebt een bruto inkomen. Waar dus nog belasting van af moet. Hoeveel dat is hangt af van veel factoren. Bijvoorbeeld of er nog ander inkomen is en of er aftrekposten zijn. Als je weet wat je netto nodig hebt én je weet wat je netto hebt opgebouwd en misschien nog verder gaat opbouwen omdat je ergens nog blijft werken, dan weet je ook of dat rekensommetje (wat je wilt ten opzichte van wat je krijgt) voldoende is of een tekort oplevert.

TIP 3: Check of je werknemerspensioen samenvalt met je AOW of dat hier een paar jaar tussen zit

Het AOW-pensioen komt van Vadertje Staat, hiervoor geldt een ingangsdatum die door de overheid is bepaald. Het pensioen dat je hebt opgebouwd bij je werkgever is een afspraak tussen werkgever en jou en is vastgelegd in een pensioenovereenkomst. Er komen nog veel pensioenregelingen voor die 65 jaar als ingangsdatum voor het pensioen hebben. Als dat zo is en je AOW zou ingaan op 67 jaar, dan heb je te maken met een periode van twee jaar waarin je wel pensioen van je werkgever krijgt en geen AOW. Dus, goed navragen hoe dit zit en of je ook dit soort ‘tussenjaren’ hebt. Pas na die tussenjaren heb je dus je volledige pensioen: AOW en werkgeverspensioen.

TIP 4: Laat een gecertificeerd financieel planner alles voor je in kaart brengen

Een gecertificeerd financieel planner kan je helpen met je wensen en doelstellingen in kaart brengen. Zo kun je vaststellen wat je straks netto nodig hebt aan pensioen. En als hier een tekort uit komt, dan weet deze financieel planner genoeg  oplossingen om dat tekort op te kunnen heffen. Hetzij met extra pensioenpremie, hetzij via individuele voorzieningen met belastingaftrek of via vrij vermogen.

Bron: FFP