sparen of beleggen

Sparen of beleggen in bv of privé?

Is het beter om het vermogen in privé of in een bv te sparen en/of te beleggen? Om deze vraag te beantwoorden is het allereerst belangrijk te weten of het vermogen in de bv is verdiend of in privé. Ook is het van belang te weten welk beleggingsrisico je maximaal wilt en kunt lopen. Wanneer dit bekend is kan berekend worden of sparen en/of beleggen in privé voordeliger is dan in de bv, of andersom.

Beleggen in de bv of in box 3?

Als je vermogen verdiend is in de bv, dan is het meest voor de hand liggend om dit te beleggen binnen de bv.

Een alternatief is om het vermogen als dividend uit te keren en in box 3 te gaan sparen en/of beleggen. Als je kiest voor box 3 dan betekent dit dat over de dividenduitkering 26,9 procent aan box 2-heffing verschuldigd is. Ofwel als je 1 miljoen euro in de bv hebt en dit wilt uitkeren aan privé, dan houd je na de afdracht van belasting in privé nog 731.000 euro over. Dit is voor velen geen aantrekkelijk vooruitzicht, gevoelsmatig ben je bijna drie ton armer geworden.

Door het vermogen in de bv te houden kan de belastingclaim naar de toekomst worden geschoven. Maar bedenk, van uitstel komt waarschijnlijk geen afstel. Toch is het vaak voordelig om de belastingheffing vooruit te schuiven. De bv kan dan immers rendement maken op de uitgestelde heffing van in dit voorbeeld 269.000 euro. Dit rendement is zelf ook weer belast met vennootschapsbelasting en toekomstige box 2-heffing, maar per saldo kan het uitstellen een voordeel opleveren.

Omslagpunten

Vaak wordt gezegd dat bij lage verwachte rendementen, zoals op spaargelden, het beste in de bv kan worden belegd en bij hoog verwachte rendementen box 3 vaak een beter alternatief is. Maar bij welke verwachte rendementen liggen de omslagpunten? Het omslagpunt voor wat betreft rendement van waaraf beleggen in box 3 na dividend voordelig wordt is afhankelijk van het box 3-tarief en het tarief aan vennootschapsbelasting.

Door het tarief aan vennootschapsbelasting te delen door de box 3-heffing kan het omslagpunt worden berekend of beleggen in bv of privé fiscaal voordeliger is. In box 3 geldt een vrijstelling van 50.000 euro per persoon, ofwel 100.000 euro voor fiscale partners. Bezit je meer vermogen dan de vrijstelling dan zal je in principe elk jaar box 3-belasting moeten betalen. Hoe hoger het vermogen, hoe meer belasting verschuldigd is.

Voor vermogens tot 50.000 euro (100.000 euro fiscale partners) boven de vrijstelling is uitgaande van het laagste vennootschapsbelastingtarief van 15 procent het omslagpunt 3,93 procent (0,59 procent box 3-heffing : 15 procent vennootschapsbelasting). Ofwel verwacht je een hoger rendement dan 3,93 procent, dan is beleggen in box 3 gunstiger.

Voor het meerdere tot 950.000 euro (1,9 miljoen euro fiscale partners) bedraagt het omslagpunt 9,33 procent (1,4 procent box 3-heffing : 15 procent vennootschapsbelasting). En voor vermogens daarboven geldt zelfs een omslagpunt van 11,73 procent (1,76 procent box 3-heffing : 15 procent vennootschapsbelasting).

Bv vaak beste plek

Voorgaande omslagpunten geven een goede indicatie. Om het exacte omslagpunt te berekenen wordt gerekend met het marginale box 3-tarief. Immers deze stijgt telkens iets naarmate het vermogen toeneemt en kent dus voor elk bedrag een ander tarief. Uitgaande van een box 3-vermogen van 731.000 euro is de exacte box 3-belastingdruk 1,09 procent, zodoende komt het omslagpunt uit op 7,27 procent. Hierbij geldt de formule: marginale box 3-heffing gedeeld door tarief vennootschapsbelasting (hier 1,09 procent : 15 procent).

Al met al liggen de omslagpunten voor hogere vermogens op een zeer hoog niveau, kijkend naar de verwachte rendementen op spaargeld alsook de verschillende beleggingscategorieën: aandelen, obligaties en overige alternatieve beleggingen. De conclusie is dan ook al snel dat sparen, maar ook beleggen veelal fiscaal voordeliger is in de bv dan in privé.

Geld in box 3

Stel nu dat het geld in privé is verdiend en niet in de bv, hoe zit het dan met de omslagpunten? In dit geval zit het vermogen in box 3 en zal je, wanneer het vermogen uitkomt boven de vrijstelling, jaarlijks worden aangeslagen voor box 3-belasting. Het is mogelijk om het box 3-vermogen over te dragen naar box 2, naar bijvoorbeeld een bv. Of dit fiscaal aantrekkelijk is hangt af van de omvang van het vermogen en het verwachte rendement. Ook hier kunnen we de omslagpunten berekenen of het vanuit fiscaal oogpunt verstandig is om het vermogen in box 3 te houden of over te dragen naar box 2.

Het omslagpunt kan worden verkregen door de belastingdruk in box 3 te delen door de totale belastingdruk in de bv (vennootschapsbelasting + box 2-belasting). Deze ‘cumulatieve’ belastingdruk bedraagt bij een rendement winst tot 245.000 euro 37,87 procent (100 – 15 : 100 x 26,9 + 15) en 45,18 procent (100 – 25 : 100 x 26,9 + 25) over het meerdere boven de 245.000 euro. De omslagpunten tot welk rendement een overgang naar box 2 fiscaal voordelig is kan als volgt worden berekend.

Voor kleinere vermogens tot 50.000 euro (100.000 euro fiscale partners) boven de vrijstelling is, uitgaande van het laagste vennootschapsbelastingtarief van 15 procent, het omslagpunt 1,56 procent (0,59 procent box 3-heffing : 37,87 procent cumulatieve heffing vennootschapsbelasting + box 2-heffing).

Voor het meerdere tot 950.000 euro (1,9 miljoen euro fiscale partners) bedraagt het omslagpunt 3,7 procent (1,4 procent box 3-heffing : 37,87 procent cumulatieve heffing vennootschapsbelasting + box 2-heffing). En voor vermogens daarboven geldt een omslagpunt van 4,65 procent (1,76 procent box 3-heffing : 37,87 procent cumulatieve heffing vennootschapsbelasting + box 2-heffing).

Bij lagere verwachte rendementen is het fiscaal voordeliger om het vermogen naar box 2 over te hevelen.

Voorbeeld

Stel je hebt samen met je fiscale partner een box 3-vermogen van 1 miljoen euro. Je verwacht hierover een rendement van gemiddeld 2 procent per jaar, ofwel 20.000 euro. In box 3 is over dit vermogen 11.750 euro aan box 3-belasting verschuldigd. Van het verwachte rendement resteert zodoende 8.250 euro. Als je het vermogen in een bv stort, dan betaalt de bv over het rendement van 20.000 euro, 15 procent, ofwel 3.000 euro vennootschapsbelasting. Keert de bv het nettorendement van 17.000 euro als dividend vervolgens uit aan privé, dan is hierover 4.573 euro box 2-heffing verschuldigd. Al met al resteert een nettorendement van 12.427 euro. Dit is 4.177 euro meer dan wanneer het vermogen in box 3 aangehouden zou worden. Wel moeten de kosten voor het oprichten en in de lucht houden van een bv van dit rendement nog worden afgetrokken.

Stel nu dat het verwachte rendement geen 2 maar 4 procent bedraagt, dan blijft in privé 28.250 euro netto over. In de bv is dit 24.854 euro.

Wil jij weten hoe je jouw vermogen het beste kunt structureren? Neem dan contact op met ons een gecertificeerd financieel planner André Kamstra.