Na een sterk eerste halfjaar begon het derde kwartaal met een mengeling van hoop en voorzichtigheid. De wereldwijde aandelenmarkten waren in juli nog altijd in de ban van de buitengewoon sterke rally die sinds het voorjaar had aangehouden, gedragen door optimisme over renteverlagingen en een afkoelende inflatie. Toch bleef onder de oppervlakte spanning voelbaar: de groei leek te vertragen, de geopolitieke temperatuur liep op, en beleggers begonnen zich af te vragen of de waarderingen niet te ver vooruitgelopen waren op de werkelijkheid.
Het derde kwartaal werd daarmee een periode waarin optimisme en onrust elkaar afwisselden. De verwachtingen van de markt werden grotendeels gevormd door drie hoofdthema’s: het rentebeleid van de Federal Reserve, de heropleving van de handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en China, en een reeks geopolitieke ontwikkelingen, waaronder het voorzichtig herstel van vrede in Gaza, die bijdroegen aan wisselende sentimenten op de beurzen.
De Federal Reserve zet de eerste stap richting versoepeling
Het belangrijkste marktmoment van het kwartaal vond plaats in september, toen de Federal Reserve haar eerste renteverlaging in meer dan een jaar aankondigde. De beleidsrente ging met 25 basispunten omlaag naar 4,25 %. De stap volgde op tekenen van afkoeling in de Amerikaanse arbeidsmarkt en een inflatie die gestaag richting de doelstelling van 2 % bewoog.
De reactie op de financiële markten was aanvankelijk enthousiast. Beleggers zagen in de renteverlaging het bewijs dat de Fed een zachtere toon aansloeg na een lange periode van verkrapping. Technologie- en groeiaandelen profiteerden het meest, omdat lagere financieringskosten hun toekomstige kasstromen aantrekkelijker maken. Tegelijkertijd liepen de koersen van staatsobligaties op, waardoor de tienjaarsrente in de VS daalde tot onder de 4 %.
Toch was het enthousiasme niet onverdeeld. De markt begon zich af te vragen of de renteverlaging niet eerder een reactie was op zwakkere groeivooruitzichten dan op een gecontroleerde landing van de economie. Vooral in augustus namen de volatiliteit en de nervositeit toe, toen enkele belangrijke economische indicatoren, waaronder industriële productie en consumentenvertrouwen, zwakker uitvielen dan verwacht. Het vertrouwen bleef fragiel, mede omdat de Fed zelf benadrukte dat verdere renteverlagingen “data-afhankelijk” zouden blijven.
Handelsspanningen tussen de VS en China: oude wonden heropend

Tegen deze achtergrond laaide de handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en China opnieuw op. In juli kondigde Washington nieuwe importheffingen aan op een reeks Chinese producten, variërend van elektrische auto’s tot halfgeleiders. Peking reageerde door exportbeperkingen in te stellen op zeldzame aardmetalen die cruciaal zijn voor de productie van batterijen en elektronica.
Bedrijven met complexe wereldwijde toeleveringsketens werden opnieuw geconfronteerd met stijgende kosten en onzekerheid over leveringen. De chipsector, die eerder in het jaar juist de motor van de beurzen was, kreeg het zwaar te verduren.
Een voorzichtige vrede in Gaza en de impact op energie
Aan de geopolitieke kant bracht het derde kwartaal ook voorzichtig positief nieuws. In augustus werd in Gaza een fragiel staakt-het-vuren bereikt, gesteund door bemiddeling van Egypte, Qatar en de Verenigde Staten. Hoewel de situatie kwetsbaar bleef, leidde het akkoord tot een daling van de risicopremies op olie en gas. De olieprijs, die eerder in het jaar flink was opgelopen, stabiliseerde rond de 80 dollar per vat.
Voor Europese economieën betekende dat een welkome verlichting. De energie-inflatie, die in 2024 nog een belangrijke rem op de groei had gezet, liep terug, waardoor de koopkracht enigszins herstelde. Tegelijkertijd bleef de afhankelijkheid van geopolitieke rust in het Midden-Oosten groot. Een enkel incident of diplomatiek misverstand kon de markt opnieuw in beweging brengen, iets wat beleggers er voortdurend aan herinnerde dat energiezekerheid nog altijd een fragiele factor is binnen het economische herstel.
Bedrijfsresultaten: veerkracht met scheurtjes
Het winstseizoen over het tweede kwartaal, dat in juli en augustus werd afgerond, liet zien dat bedrijven nog steeds verrassend veerkrachtig zijn. De meeste ondernemingen rapporteerden winstgroei, al was die vaak te danken aan kostenbesparingen en niet zozeer aan stijgende omzetten. De marges bleven onder druk staan door hogere loonkosten en stijgende prijzen van grondstoffen.
In sectoren als technologie, gezondheidszorg en consumentengoederen bleven de resultaten robuust, terwijl cyclische sectoren waaronder de industrie, bouw en chemie een pas op de plaats maakten. Vooral in Europa en Japan zagen we dat de winstgroei begon te stagneren.

Toch wisten de beurzen als geheel zich goed te handhaven. De S&P 500 noteerde over het kwartaal een lichte winst van circa 2 %, terwijl de MSCI World Index ongeveer gelijk bleef. Europese aandelen presteerden iets zwakker, mede door een zwakke euro en matige economische cijfers uit Duitsland. Opkomende markten daarentegen profiteerden van de dalende dollar en wisten licht te herstellen na een moeilijk eerste halfjaar.
Macro-economische context: groei, inflatie en vertrouwen
De wereldeconomie bleef in de zomer van 2025 verrassend veerkrachtig. Het Internationaal Monetair Fonds verhoogde zijn groeiverwachting voor het jaar naar 3,2 %, mede dankzij een robuuste Amerikaanse consumptie en sterke investeringen in technologie en kunstmatige intelligentie. In Europa bleef de groei gematigd, maar de recessievrees die begin dit jaar nog speelde, ebde verder weg.
De inflatie daalde gestaag, maar bleef hardnekkig hoger dan centrale banken zouden wensen. Vooral in de dienstensector bleven prijzen stijgen door krapte op de arbeidsmarkt. In de Verenigde Staten liep de kerninflatie terug tot net boven 2,5 %, terwijl de Europese inflatie in september nog rond de 3% schommelde. Dat betekent dat de Europese Centrale Bank haar rente tot nu toe ongewijzigd liet, maar signalen gaf dat ook zij later dit jaar ruimte ziet voor een eerste verlaging.
De combinatie van afnemende inflatie en lagere rentes zorgde voor een hernieuwd vertrouwen bij consumenten en bedrijven. Toch bleef het herstel ongelijk verdeeld: in China bleef de vastgoedcrisis drukken op binnenlandse vraag, en in de Verenigde Staten begon de huizenmarkt af te koelen door jaren van prijsstijgingen.
De Amerikaanse “shutdown”: politieke ruis op de markten

In de laatste weken van september kreeg de marktdynamiek nog een extra schok toen de Amerikaanse overheid gedeeltelijk werd stilgelegd na het mislukken van de begrotingsonderhandelingen in het Congres. Het conflict tussen Republikeinen en Democraten draaide voornamelijk om de hoogte van de federale uitgaven en de financiering van sociale programma’s.
Hoewel deze zogeheten shutdown slechts gedeeltelijk was, essentiële diensten bleven functioneren, leidde het incident tot onrust op de financiële markten. Overheidsmedewerkers werden tijdelijk met onbetaald verlof gestuurd, en de publicatie van belangrijke economische cijfers (zoals werkloosheid en inflatie) werd uitgesteld. Dat bemoeilijkte de inschatting van de economische situatie door beleggers en centrale banken.
De directe economische schade bleef beperkt: eerdere shutdowns hadden geleerd dat de meeste activiteiten na heropening snel worden ingehaald. Toch vergrootte de politieke onzekerheid de nervositeit op Wall Street, zeker omdat het begrotingsdebat samenviel met de eerste renteverlaging van de Fed. Veel beleggers zagen de patstelling als een signaal dat het politieke klimaat in Washington het economisch beleid in 2026 moeilijk voorspelbaar maakt.
De dollar verzwakte tijdelijk en kortlopende staatsobligaties lieten een lichte rentestijging zien, omdat handelaren rekening hielden met vertragingen in de betaling van federale verplichtingen. Toen begin oktober een voorlopig akkoord werd bereikt, keerde de rust terug, maar het incident herinnerde markten eraan dat politieke verdeeldheid in de VS een structurele bron van onzekerheid blijft.
Vooruitblik: kansen in een wereld van lagere rentes en geopolitieke schokken
Met de blik op het vierde kwartaal tekenen zich drie centrale thema’s af voor beleggers. Ten eerste blijft het rentebeleid richtinggevend. Indien de Fed en mogelijk ook de ECB verder versoepelen, zal dat de waardering van risicovolle activa ondersteunen. Tegelijkertijd is het risico aanwezig dat lagere rentes de inflatieverwachtingen opnieuw aanwakkeren.
Ten tweede zal de geopolitieke agenda zwaar wegen: de handelsoorlog tussen de VS en China lijkt voorlopig niet van de baan, terwijl verkiezingen in meerdere grote economieën (onder meer Canada en Zuid-Korea) extra onzekerheid kunnen brengen.
Ten slotte is er de structurele trend van technologische investeringen. De enorme kapitaalstromen richting kunstmatige intelligentie, halfgeleiders en automatisering blijven de motor achter een groot deel van de koerswinsten. Dat biedt kansen, maar ook risico’s bij eventuele correcties in deze populaire segmenten.
Voor onze portefeuilles betekent dit dat we de balans zoeken tussen groei en stabiliteit. We blijven overwogen in kwaliteit, bedrijven met sterke balansen en voorspelbare kasstromen, en handhaven een lichte defensieve positionering binnen aandelen. Tegelijkertijd benutten we kansen in thema’s als digitalisering, gezondheidszorg en duurzame infrastructuur, die ook in een gematigd groeiklimaat structureel waarde kunnen creëren.
Conclusie
Het derde kwartaal van 2025 liet zien dat markten zich in een overgangsfase bevinden: van verkrapping naar versoepeling, van geopolitieke spanning naar gematigd evenwicht. De renteverlaging door de Fed vormde het begin van een nieuw hoofdstuk, maar de wereld blijft comple. Handelsspanningen, geopolitieke onzekerheid en structurele verschuivingen in technologie en energie blijven de komende tijd richting geven aan beleggerssentiment.
Toch overheerst voorzichtig optimisme. De wereldeconomie groeit, inflatie daalt, en bedrijven blijven winstgevend. Voor beleggers blijft het daarom zaak om niet te speculeren op de waan van de dag, maar te investeren in kwaliteit, spreiding en discipline, de drie pijlers die ook in turbulente tijden hun waarde bewijzen.